Zoeken
Dierenarts Polanen #4: Haren
In aanloop naar dierendag publiceren wij vijf herziene verhalen van Chris Polanen over zijn avonturen als dierenarts. Dit is deel 4: 'Haren'. Van wie zijn die haren die kleven aan de sok van haar man, als zij zelf geen huisdier heeft?

Dierenarts Polanen #4: Haren

Gepubliceerd op 3 oktober, 2017 om 00:00, aangepast op 4 oktober, 2017 om 00:00


*

De vrouw boog zich over de balie van mijn praktijk. Ze was een Surinaamse met een knap gezicht en zwaar opgemaakte ogen, en de enige in de wachtkamer zonder huisdier. Ze probeerde zich zo klein mogelijk te maken en praatte zacht, alsof ze bang was dat anderen zouden horen wat ze zei.

‘Dokter, mag ik u wat vragen?’ vroeg ze.

‘Natuurlijk,’ antwoordde ik. Ik hoopte het snel af te kunnen handelen. Het was erg druk.

‘Ik heb last van haren in huis,’ zei ze.

Ze wreef over haar hals en keek alsof ze ergens pijn had. ‘Door die haren kan ik bijna niet meer ademen… word ik benauwd.’

‘U bent waarschijnlijk allergisch,’ zei ik, ‘wat voor huisdier heeft u?’

Ik zag in haar ogen een wanhoop en begreep direct wat het probleem was. Ze hield natuurlijk zielsveel van haar huisdier en de huisarts had gezegd dat ze het weg moest doen.

Ze wreef weer over haar hals en slikte. ‘Ik heb er echt veel last van.’

 Ik knikte. ‘Zo´n allergie kan heel lastig zijn.’

 

Ze keek snel om zich heen alsof ze er zeker van wilde zijn dat er niemand meeluisterde.

‘Ik heb geen huisdier,’ zei ze zacht.

Ook dit had ik vaker meegemaakt. Mensen die last hadden van een dier van een partner of een familielid.

Ik knikte begrijpend.

Ze haalde een pakje te voorschijn en legde het op de balie.

‘Mijn man komt met deze haren thuis, elke dag weer.’

Ik zag dat ze het liefst door de vloer zou zakken en opgeslokt worden door de aarde. Ze  haalde diep adem en maakte het pakje open. Er zat een donkere bol in die ze over de balie uitrolde. Een paar herensokken. Ze waren ooit zwart geweest, maar nu verschoten van kleur. Ik had zelf ook zulke sokken. Er zaten een stuk of twintig witte haren op die vrolijk alle kanten uitstaken.

‘De dierenwinkel heeft gezegd dat u wel zou weten wat voor haren dit zijn,’ zei ze. ‘Misschien wilt u ze onder de microscoop bekijken?’

Ik schudde mijn hoofd. De microscopische verschillen tussen haren van verschillende dieren had ik niet paraat. Bovendien, na 17 jaar kattenharen van mijn witte jas en tafel geveegd te hebben, kon ik ze wel herkennen zonder microscoop. Ik besefte echter dat mijn uitspraak belangrijke gevolgen kon hebben en wenkte mijn assistente. Niet omdat ik twijfelde, maar voor de vorm. Vorm was belangrijk in dit soort situaties. ‘Thea, dit zijn toch kattenharen?’ vroeg ik. Mijn assistente knikte.

‘Weet u het zeker, dokter?’ vroeg de vrouw, ‘kunnen het geen hondenharen zijn?’

 

Ik dacht na. Niet over de haren, maar over de vraag. Maakte het wat uit of haar man in het geheim op bezoek ging bij iemand die een kat had of juist bij iemand met een hond? Misschien was er een familielid dat een hond had. Misschien hoopte ze dat er een onschuldige verklaring was. Dat zou mooi zijn.

Ik keek naar mijn assistente. Ik zag dat ook zij begreep waarom het verschil belangrijk was.

We bestudeerden de haren nogmaals en keken elkaar aan. We waren even geen dierenarts en assistente meer. We waren detectives, die aan de hand van een paar haren uitspraken konden doen die het verschil maakten tussen schuld en onschuld. ‘Hondenharen zijn of korter of juist langer,’ zei mijn assistente. Precies wat ik ook dacht. Ook waren ze steviger en rechter.

De vrouw keek mij gespannen aan. Ik zag een sprankje hoop in haar ogen. En veel angst.

Ik twijfelde. Soms wil je hoop levend houden. Soms is de waarheid een genadeloze sloper die alles verbrijzelt. Ik wilde niet degene zijn die de slopershamer hanteerde. Iedereen weet dat de waarheid niet altijd gezegd hoeft te worden.

‘Het zijn kattenharen,’ zei ik.  

De vrouw knikte en veegde de sokken met een snelle beweging van de balie. ‘Bedankt dokter,’ zei ze en wreef over haar hals. Ik durfde niet meer in haar ogen te kijken.

Ze groette, draaide zich om en verliet de praktijk met grote passen.

Op 4 oktober verschijnt bij Uitgeverij De Geus Onze dieren. Schrijvers over hun kat, hond, konijn of hagedis, met Chris Polanen als een van de bijdragende auteurs. Van Polanen verscheen bij Uitgeverij Lebowski onlangs zijn debuut Waterjager

Foto: Karlijn van Diepen

Auteurs
Auteur: Chris Polanen

Chris Polanen (1963) is dierenarts in Amsterdam-Zuidoost. De in Suriname geboren en getogen auteur kwam op twintigjarige leeftijd naar Nederland en begon te schrijven om met zijn heimwee naar Suriname om te gaan. Hij schrijft columns en korte verhalen die zowel in Suriname als in Nederland verschijnen, recent onder meer in bloemlezing AfroLit. In 2017 verscheen zijn debuutroman Waterjager. Centaur is zijn tweede roman.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: