Op 1 december verscheen de heruitgave van de autobiografische roman De Walrus, waarin Bregje Bleeker haar onstuimige liefdesrelatie met hasjhandelaar 'de Walrus' beschrijft én ze een unieke inkijk geeft in de Amsterdamse hasjhandel in de jaren negentig. Nu geeft Bregje tekst en uitleg over de Walrus himself, de verschillende hasjkantoren in de stad, de cao-regelingen (!) en de vergane kwajongensglorie die rondom de hasjhandel hing in de jaren negentig. Lees meer »
Het was autismeweekeinde bij ons. We bleven vanwege het winterweer veel binnen met Samuel en hij profileerde zich nogal nadrukkelijk als autist des huizes. Zo lief als hij is, zo moeilijk is hij soms te hanteren door dat allesverzengende autisme. Alles moet elke keer precies hetzelfde, terwijl wij juist weinig geven om precies hetzelfde. Hij kan ons behoorlijk op de zenuwen werken. Wij hem vermoedelijk ook. Lees meer »
Met mijn geliefde wilde ik gisteravond de film The Killing of a Sacred Deer van Giorgos Lanthimos in de bioscoop zien, maar we gingen niet. Wegens werk en vermoeidheid wilden we vroeg slapen. Ik kon de slaap echter niet vatten. Waarvan ik wakker lag, weet ik niet. Lees meer »
‘Iedereen die trager rijdt dan ik, is een zielige sukkel en iedereen die sneller rijdt, is een gevaarlijke gek,’ concludeerde de onvolprezen komiek George Carlin. Hij vat daarmee perfect de huidige tijdsgeest samen: welig getier en getwietel van mini-meningen en eigen-gelijkjes. Lees meer »
Een jaar lang hing er hier een A-4’tje met een spreuk aan de muur, opgeschreven door de twaalfjarige in prachtige letters: ‘Hope is the only thing stronger than fear.’ Al die tijd vond ik dat dat heel mooi en waar was. Ik hield me eraan vast. Tot een journaliste er laatst naar keek en op lijzige toon zei dat hoop alleen maar ellende met zich meebracht. Lees meer »
Een onweerstaanbare geur dringt mijn neus in, en niet alleen in die van mij ook in die van mijn vriendin en haar moeder die speciaal vanuit Amsterdam naar de open dag in De Biotoop zijn gekomen. Als slaapwandelaars lopen we de gang van vleugel B in, onze neusvleugels gespreid, snuffelend drijvend op het geurspoor. Een vleug heeft zijn haken in onze neus geslagen en trekt ons naar zich toe, er is niet aan te ontkomen, we moeten erheen, hoe sterker de lucht, des te onrustiger worden we: wáár ruikt het zo lekker? Wát is het? Ik watertand ervan en ik neem mij voor er mijn tanden in te zetten zodra ik kan. Lees meer »
Toen we in de vrieskou op zoek waren naar een Japans restaurant in Den Bosch begon mijn geliefde te bloeden. We liepen over een guur bedrijventerrein en ik vroeg haar: ‘Wat voel je?’ ‘Dat het lekt!’ ‘Kan bloed bevriezen?’ ‘Geen idee, volgens mij wel.’ Lees meer »
Schaterlachend sloegen we sluwe Samuel gade, vorige week. Telkens liep hij van zijn tv-stek naar de keuken, waar hij even bij het fornuis bleef staan, keek of de kust veilig was, zich over de koekenpan boog en weer terugkeerde naar zijn tv-stoel, met een blik van: wat ben ik toch een slim kereltje, want niemand heeft in de gaten wat ik in mijn schild voer. Na kort onderzoek onzerzijds bleek dat hij steeds een gebakken aardappeltje uit de pan griste, na ons eten. Lees meer »