Zoeken
Ik heb geleefd #37. Ongeneeslijk zieke Joanne verruilde Rotterdam voor droomhuis in de Achterhoek
Annemarie Haverkamp praat met mensen over hun leven en het einde dat nadert. De Rotterdamse Joanne (59) besloot de stad te verruilen voor het platteland toen bleek dat ze ongeneeslijk ziek was. ‘In het begin bleef ik me er maar over verbazen dat wij hier echt mochten blijven, dat het geen vakantie was die zou eindigen.’

Ik heb geleefd #37. Ongeneeslijk zieke Joanne verruilde Rotterdam voor droomhuis in de Achterhoek

Gepubliceerd op 30 september, 2019 om 00:00

Hun hele leven droomden ze ervan ooit nog eens buitenaf te wonen. Op een stille plek waar het ’s nachts zo donker is dat je alle sterren aan de hemel kunt zien. Toen Joanne ziek werd, dacht partner Carolien dat het er niet meer van zou komen. Wie gaat er nou verhuizen in zijn laatste levensfase? Tot ze op een middag voor deze boerderij diep in de Achterhoek stonden. ‘We wisten allebei: dit is het.’

 

Diagnose ‘uitbehandeld’ 

Anderhalf jaar later drinken ze thee aan de robuuste keukentafel. Uit Rotterdam-mokken. ‘Die kreeg ik bij mijn afscheid,’ vertelt Joanne Ellenkamp (59). Ze was directeur van een grote organisatie voor de sociale psychiatrie en verstandelijk gehandicaptenzorg in Rijnmond, maar stopte met werken toen ze de diagnose ‘uitbehandeld’ kreeg. Ze heeft uitgezaaide kanker op diverse plaatsen in haar lichaam.

Er volgde een periode van vrijwilligerswerk. Joanne had ruime ervaring in de politiek en in bestuursfuncties en dus werd ze voor van alles gevraagd. ‘Op een bepaald moment dacht ik: dit lijkt te veel op werk. Terwijl ik de tijd die me nog gegeven is, zo graag anders wil besteden.’

 

De Achterhoek

Ongeveer op dat moment kwam de Achterhoek in beeld. Die prachtige boerderij aan de bosrand, met die heerlijke lap grond erbij. ‘Natuurlijk voelt het veilig om te blijven zitten waar je zit als je ziek wordt,’ vertelt Joanne. ‘We woonden 26 jaar in een schitterend huis in Rotterdam. Daar waren veel lieve mensen die zeiden: “Ik kom voor je zorgen hoor, als het nodig is.” Maar toch...’

Carolien vult aan: ‘Ik wist dat ik hier heel graag wilde wonen. Ook als Joanne er niet meer zou zijn – ik ben echt een buitenmens, mijn roots liggen in Twente.’ Joanne: ‘En toen sprak jij de onsterfelijke woorden “als ik het nu niet doe, doe ik het nooit meer”.’ Carolien (66) besloot iets eerder met pensioen te gaan – ze was manager in de ouderenzorg – en de verhuizing was een feit.

Achteraf kan Joanne zeggen dat ze die wisseling van omgeving nodig had om echt los te komen van haar werkende bestaan. ‘Het is gek hoe je agenda vanzelf weer volloopt. Maar nu met heel andere dingen. We hebben een atelier en een gastenverblijf. Er komen veel vrienden op bezoek. Die kunnen nauwelijks geloven hoe mooi het hier is. In het begin bleef ik me er maar over verbazen dat wij hier echt mochten blijven, dat het geen vakantie was die zou eindigen.’

 

Inburgeren

In het buurtschap Ratum bleek het verrassend makkelijk nieuwe mensen te leren kennen. Soms stond er zomaar een buurvrouw aan de deur met een pot zelfgemaakte jam of verse pruimen. Via de kippen en de honden werden contacten eenvoudig gelegd. Joanne meldde zich bij de fanfare en Carolien sloot zich aan bij de jachtvereniging. Binnenkort doen ze met de buurt op een wagen mee aan het volksfeest. ‘Dat is het sluitstuk van onze inburgering.’

Mensen in de Achterhoek zijn anders dan in de Randstad, vindt Joanne. Betrokkener. In het ziekenhuis in Winterswijk was de ontvangst warm. ‘Mijn oncoloog is zó aandachtig. Bij de intake stelde ze zelfs Carolien allemaal vragen. Dat was ons in Rotterdam nog nooit overkomen. Logisch ook wel, want daar is alles veel grootschaliger. Anoniemer. Maar deze benadering is zo veel prettiger. Hier durf ik volledig te vertrouwen op de artsen die zich over me ontfermen. Dat raakt me.’

Joanne schiet vol. Op het erf kraait een haan. Ze pauzeert even voor ze uitlegt hoe kwetsbaar je je kunt voelen als ziek persoon. En hoe fijn het is dat je je dan in een ziekenhuis niet groot hoeft te houden.

 

Dankbaar

Hoe lang ze nog heeft, weet ze niet. Nu voelt ze zich nog best goed. De meeste tranen heeft ze gelaten om Carolien, vertelt ze. ‘Dat zij straks alleen verder moet. We hebben het ontzettend fijn samen.’ Tegelijkertijd weet ze dat haar tranen het lot niet kunnen keren. Uiteindelijk zal haar vrouw haar weg wel vinden. Zo gaat dat in het leven. Ze wonen in een huis uit 1850. Hoeveel mensen hebben hier al geleefd en hoeveel nabestaanden gingen zonder hun geliefde door?

Carolien: ‘We zijn allemaal onderdeel van een groter geheel, te nietig om dingen te veranderen. Zo staan we er allebei in. Weet je, als twee vrouwen zijn we al zo ontzettend gelukkig dat we in Nederland wonen en werken. We hebben nooit problemen gehad. Kijk eens hoeveel verschrikkingen er in de wereld zijn, dan moet je toch ontzettend dankbaar zijn dat je dit hebt mogen meemaken.’

 

***

Wil jij ook jouw verhaal vertellen? Mail naar annemarie@persgroep.nl

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in het AD

Annemarie Haverkamp De achtste dag, en is daarmee genomineerd voor de Bronzen Uil 2019. Stemmen kan hier

De achtste dag gaat over timmerman Egbert die leeft met zijn zwaar gehandicapte kind. Wanneer Egbert hoort dat hij nog maar kort te leven heeft, moet hij noodgedwongen nadenken over de toekomst van zijn zoon. 

 

 

Auteurs
Auteur: Annemarie Haverkamp

Annemarie Haverkamp (1975) is schrijver en journalist voor diverse kranten en tijdschriften. Met haar debuutroman De achtste dag won ze zowel De Bronzen Uil 2019 als de Anton Wachterprijs 2020. Ze is hoofdredactrice van universiteitsblad Vox en columniste bij De Gelderlander.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: