Zoeken
Berichten uit de Biotoop: Gouden tepel
Schrijfster Sabine van den Berg leeft met haar gezin in de grootste kunstenaarsgemeenschap van Noord-Nederland: De Biotoop te Haren. In het voormalige Biologisch Centrum van de RUG wonen en werken meer dan 300 mensen.

Berichten uit de Biotoop: Gouden tepel

Gepubliceerd op 3 mei, 2019 om 00:00

'Die meid loopt erbij alsof ze gouden tepels heeft.' Onze oppas knikt naar het meisje dat voorbij komt. Langs de buitenmuren van het huis dat we in Friesland bewoonden, ligt een pad. De mensen die langslopen, zou je kunnen aanraken als de ruiten er niet tussen zaten.
Ik kijk naar de pronte buste van de tiener, en voel medelijden voor mijn eigen bescheiden voorgevel. Zo liep ik er dus niet bij op die leeftijd. Ik deed wel stoer en zonde zelfs topless, maar de nare opmerkingen die me ten deel vielen, ben ik nooit vergeten.

In de afgelopen jaren hebben drie vriendinnen borstkanker gekregen. Bij eentje zette de ziekte door, zij leeft niet meer. Ik ben me ervan bewust dat ik tot nu toe geluk heb gehad. In een droom krijgt de opmerking van onze oppas destijds een speciale betekenis. Ik word wakker met een opdracht. Ik moet een ode brengen aan mijn borsten en een ketting maken met een hanger. Die hanger is van goud, een afgietsel van een tepel.
In dezelfde periode ben ik bezig met de voorbereidingen van een expositie. De tekeningen uit mijn dicht- en tekendebuut Nestvlinders zullen worden tentoongesteld tijdens de boekpresentatie bij Perdu in Amsterdam. Een week later verhuist de tentoonstelling naar Groningen, en hangt dan nog een maand in de Forum Bibliotheek. In mijn gedichten komen ook tepels voor. De ketting zal onderdeel van de expositie zijn.

Die ochtend bel ik mijn vriendin en bovenbuurvrouw Liesbeth. Ze vertelde me eens dat ze officieel goudsmid is, al haar gereedschappen heeft ze nog, maar ze doet niets meer met haar opleiding. Ze is nu biontologe en yogadocente. Liesbeth is even stil aan de andere kant van de telefoon. Dan zegt ze:
'Ik vind het een briljant idee. Ik had gedacht dat ik nooit meer iets met goudsmeden zou doen, maar ik zal je helpen. Dit wordt mijn laatste sieraad, dat is een mooie afronding. Daarna verkoop ik alles.'
Liesbeth bedenkt een plan van uitvoering. Ik heb een 'koekjesuitsteker' nodig, een metalen ring. Die moet ik op een borst vastplakken, daarna gaan liggen en er gips in gieten.

Bij Blokker leg ik de metalen vorm op de toonbank. 'Bakring voor amuses' staat er op de doorzichtige, plastic verpakking.
'Zijn de randen scherp, om bijvoorbeeld koekjes uit te steken?' vraag ik. Ondertussen bedenk ik dat het ding misschien maar één scherpe kant heeft, of dat ik hem anders bot kan vijlen.
De vlotte jongen neemt het artikel in zijn hand en zegt: 'Mevrouw, dit is echt een multifunctioneel product.'
Ik schiet in de lach. Hij lacht ook, al heeft hij geen idee hoe waar zijn verkooppraatje is.

Liesbeth heeft nog speciale giethars. We experimenteren met pannetjes op onze fornuizen, blijven geduldig bij mislukkingen. Na een paar pogingen met verschillende soorten gips, heb ik een goed model en is het afgietsel eindelijk geslaagd. Met een figuurzaagje zaagt Liesbeth mijn afgegoten tepel op maat.
Er volgen afspraken met gieterijen en met iemand die uiteindelijk oogjes aan de hanger kan solderen. Mijn gouden tepel is prachtig geworden: net een klein gebergte of een zon. Liesbeth noemt hem 'Sigiriya Rock', naar de tepelberg in Sri Lanka die zij ooit bezocht.

Op de avond van de boekpresentatie en opening in Amsterdam ben ik zenuwachtig. Dat is normaal, dat hoort erbij, helemaal nu Arjan Peters, literatuurcriticus van de Volkskrant, me zal interviewen. Maar deze keer ben ik ook gespannen over het sieraad dat ik draag en de vragen die het misschien zal oproepen.
Ik voel me naakt als ik mijn gouden tepel omhang, al ben ik verder decent gekleed in een zwarte jurk. Ik neem me voor er niets over te zeggen, tenzij iemand er specifiek naar vraagt.
De hele avond in Amsterdam draag ik de gouden tepel en ook tijdens de boekpresentatie en opening in Groningen. Er zijn mensen die zeggen dat ik een mooie of bijzondere ketting om heb. Sommige mensen kijken er lang naar als ik een boek signeer. Niemand lijkt er een tepel in te herkennen. Of misschien breng ik ze in verlegenheid, dat zou kunnen. Hoe dan ook, niemand zegt het woord ‘tepel’ en ik voel een stille, geheime triomf.
 

Nestvlinders, het dichtdebuut van Sabine van den Berg, is op 25 januari uitgekomen. In deze bundel staan ook tekeningen die zij bij haar gedichten maakte. Bij Lebowski verscheen Zien Horen Zwijgen. Eerdere afleveringen van De Biotoopfeuilleton staan op www.Sabinevandenberg.com.

Tekst & illustratie: Sabine van den Berg

Auteurs
Auteur: Sabine van den Berg

Sabine van den Berg (1969) is als docent Proza verbonden aan de Schrijversvakschool te Groningen. Ze publiceerde eerder de romans De naam van mijn vader, De lachende derde, Wissel en Dingen die niet mogen.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: