Zoeken
Voorpublicatie De dikke alg
De dikke alg is verschenen, het boek van de gedreven jonge wetenschapper Peter Mooij over waarom algen de wereld gaan redden. Het bijzondere aan dit geïllustreerde boek is dat er parallel met het schrijven een motorfiets van hout is gebouwd door een vriend van Peter, Rits Mans. Die houten motor rijdt op... algenolie. Lees hier de proloog over algen, Rits en de motorfiets. 

Voorpublicatie De dikke alg

Gepubliceerd op 1 mei, 2017 om 00:00, aangepast op 3 mei, 2017 om 00:00

    Wellicht denk je nu een zelfhulpboek in handen te hebben. Dat is niet het geval. Dit boek gaat niet over yoga of meditatie, maar over microscopisch kleine, groene wezentjes die overal op onze planeet leven. In een klaterend bergbeekje in de Alpen, in een modderige regenplas in het Amazonegebied of in de dakgoot van je huis: overal zijn deze levensvormen te vinden. We noemen die wezentjes algen. En elke ademhaling die je neemt, is onlosmakelijk verbonden met deze algen. Hoe zit dat? Je haalt adem om je lichaam van zuurstof te voorzien. Die zuurstof zorgt ervoor dat je de woorden in dit boek kunt begrijpen en de bladzijden kunt omslaan. Maar waar komt deze zuurstof vandaan? Hier komen de algen om de hoek kijken. Zij produceren maar liefst de helft van alle zuurstof op aarde. Van elke twee ademteugen wordt er eentje mogelijk gemaakt door de algen. Vergeet de regenwouden: de algen zijn de echte longen van de aarde.
    Maar de algen hebben meer in hun mars dan ons voorzien van frisse lucht. Wat te denken van de volgende opmerkelijke prestaties? Om te beginnen hebben ze de geschiedenis van de aarde zo beïnvloed dat het evolutionaire ontstaan van de mens mogelijk werd. Zonder algen was de mens nooit ontstaan. Daarnaast zijn zij de verre voorouders van de cactus in de vensterbank, de kastanjeboom in de tuin en al het andere groen op onze planeet. Als klap op de vuurpijl gaan de algen ons helpen om klimaatverandering tegen te gaan. Stuk voor stuk redenen om hen met respect te behandelen.

Mijn liefde voor algen ontstond zo’n zes jaar geleden. Ik begon toen aan mijn promotieonderzoek naar olieproducerende algen. Algen maken namelijk niet alleen zuurstof, maar ook olie. Dat doen ze niet voor de lol, maar om energie op te slaan. Olie speelt voor algen dezelfde rol als vet voor mensen: het is een buff ertje voor moeilijkere tijden. Het belangrijkste doel van mijn onderzoek was om zo dik mogelijke algen te kweken, omdat het uit dikke algen goed olie persen is. En die olie is een ideale biobrandstof voor auto’s, schepen en vliegtuigen. De afgelopen jaren ben ik in het laboratorium druk geweest met pruttelende groene potten, het meten van de dikheid van mijn algen en het schrijven van wetenschappelijke artikelen hierover. Dit alles om mijn grote doel te bereiken: wezenlijk bijdragen aan een meer duurzame samenleving.
    Om onze samenleving duurzamer te maken, zijn dikke algen in een laboratorium echter niet genoeg. De algenolie moet haar weg vinden van het lab naar het tankstation op de hoek van de straat. Om dit te realiseren zijn ook overtuigende praktijkvoorbeelden nodig. Gelukkig ken ik iemand die op bijzonder aansprekende wijze kan laten zien dat algenolie een volwaardig alternatief is voor fossiele brandstof. En diegene is Ritsert, of Rits voor intimi.
    Ik liep Rits in 2005 tegen het lijf in Delft. Hij studeerde daar industrieel ontwerpen, ik biotechnologie en we bleken allebei van surfen te houden. Sindsdien zijn Rits en ik niet alleen surf- en vakantiemaatjes, maar vooral ook partners in crime in het bedenken en uitvoeren van plannen die door veel mensen als onrealistisch bestempeld worden. Grootste wapenfeit, tot nu toe, is het oprichten van het duurzame surf-, skate- en muziekfestival MadNes op Ameland samen met drie andere vrienden.
    MadNes bestaat nog steeds en is in de afgelopen jaren een volwaardig festival geworden. Duizenden bezoekers verruilen eens per jaar het vasteland voor Ameland om te golfsurfen, bandjes te kijken en rondjes te draaien in een mini-reuzenrad. Voor de bezoekers is MadNes daarmee een ideale manier om het dagelijks leven tijdelijk te ontvluchten. Voor mij en Rits was MadNes echter vooral een plek om onze wilde ideeën vorm te geven. MadNes was ons festival, dus wij bepaalden wat er wel en niet (on)mogelijk was.
    Ik heb tijdens verschillende edities van MadNes mijn ideeën over duurzaamheid in de praktijk gebracht. Een van de hoogtepunten was het maken van een biogasinstallatie met 7000 liter koeienmest van een bevriende Amelander boer. Deze biogasinstallatie, ook wel de ‘strontzak’ genoemd, leverde genoeg gas om op te barbecueën en om de gasvlam in een zelfgebouwde vuurtoren te laten branden.
    Rits bouwde op MadNes grote objecten, liefst samen met de bezoekers. Voor de derde editie stelde Rits voor om een drijvend podium te bouwen, zodat de festivalgangers ook vanaf hun surfplank van muziek konden genieten. Rits en ik hadden een paar weken voor het MadNes-weekend in Friesland tien witte kuubsvaten op de kop getikt voor het drijvende podium. Kuubsvaten worden normaal gebruikt om bijvoorbeeld 1000 liter water of melk te bewaren, maar wij dachten dat ze ook goed als drijvers voor ons podium konden fungeren. Het bouwen van het podium duurde wat langer dan gedacht, maar uiteindelijk was het podium op de tweede middag van MadNes klaar voor de doop.
    Bovenop het podium hadden we een drumstel en andere instrumenten gemonteerd, daaronder vier kuubsvaten als drijvers en ernaast een door de KNRM gedoneerd anker. Terwijl Rits op het podium stond, werd het geheel door zestig enthousiaste MadNesbezoekers de branding in gedragen. En hoewel een van de vier kuubsvaten al vrij snel lek sloeg en het podium daarom gevaarlijk slagzij maakte, heeft het publiek het hele weekend muziek gemaakt op het podium. De begrippen ‘stagediven’ en ‘crowdsurfen’ kregen die dagen een nieuwe betekenis.

Na vier jaar MadNes wilden Rits en ik ons weer op andere dingen richten. Ik kreeg de kans om te gaan promoveren en Rits wilde nieuwe projecten aanpakken. Terwijl ik met mijn nieuwe groene vriendjes in het laboratorium stond, stelde Rits zijn leven in de waagschaal door de Atlantische Oceaan over te zeilen op een krakkemikkig, antiek houten zeilschip.
    Een paar maanden geleden was ik bij Rits op bezoek in zijn antikraakboerderij. Hij vertelde me enthousiast over zijn nieuwste idee. Glunderend wees hij op een grote stapel hout in de hoek van de woonkamer. Daarvan wilde hij een houten motorfiets bouwen, om daar vervolgens zo hard mogelijk mee over het strand te racen. Rits vroeg mij waar zijn motor op zou moeten rijden. Een motor van hernieuwbare materialen gaat immers niet goed samen met fossiele, niet-hernieuwbare brandstof. Elektrische aandrijving, een motor op biogas, of zijn er nog andere mogelijkheden? Daar hoefde ik niet lang over na te denken.
    Zo ontstond ons nieuwste plan: Rits bouwt een houten motorfiets en ik zorg voor de algenolie.

Onderstaande foto's geven een beeld van een vroege fase van de ontwikkeling van de houten motor van Rits Mans. Voor het eindresultaat: zie de laatste pagina van De Dikke Alg.

Link: Rits Mans, rechts: redacteur Stijn de Vries

Links: Rits Mans, rechts: auteur en wetenschapper Peter Mooij

Illustratie van diatomeeën

Auteurs
Auteur: Peter Mooij

Peter Mooij (1985) is gepromoveerd algenonderzoeker aan de TU Delft. Hij is verbonden aan het 'Faces of Science'-programma van het KNAW, en schrijft daarvoor een populair blog. Daarnaast is hij regelmatig te gast bij BNR, Radio 1 en het TV Lab-programma Tr3nding, en was hij in 2015 een van de sprekers op TEDxDelft.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: