Zoeken
Op zoek naar het boek: 7 tips voor je begint
Wat zijn de gouden tips voor het worden van een goed auteur? Vogue-journaliste Kaira van Wijk vroeg het Sarah Meuleman.   

Op zoek naar het boek: 7 tips voor je begint

Gepubliceerd op 31 oktober, 2016 om 00:00, aangepast op 24 januari, 2017 om 00:00

1. Timing
‘Vroeger beweerde mijn omgeving dat ik schrijfster zou worden. Ik was als kind altijd aan het schrijven. Alle vormen van verhalen vertellen trokken mij aan. Ik werkte later als journalist, zangeres, presentatrice. Op een dag wierp een vriend mij de vraag voor de voeten: waarom begin je nú niet aan je boek? Hij had gelijk. Je zult altijd 100 excuses blijven hebben, maar ze zeggen dat het vrijmaken van tijd het grote verschil is tussen de schrijvers die hun boek schrijven en zij die het niet klaarspelen. “Nee” zeggen tegen opdrachten als freelancer is doodeng en in de tussentijd komt er geen geld binnen, maar het boek schrijft zichzelf niet, daar moet je ruimte voor maken. Dus dan is het heel veel boterhammen met pindakaas eten en hard werken. Tenzij je een grote bestseller schrijft, word je echt niet rijk van boeken schrijven. Je moet het heel graag willen en vooral voldoening en plezier halen uit de weg naar het boek.’

2. Inspiratie
‘Iedereen heeft wel bepaalde, heel eigen fascinaties: dingen die je ontzettend mooi of lelijk vindt, die je aantrekken of afstoten. Daarin schuilt de kern van jouw verhaal. [De Amerikaanse schrijver] Stephen King heeft een mooi boek geschreven over het schrijverschap waarin hij stelt dat elke schrijver maximaal drie thema’s heeft die hij gedoemd is te herhalen. Dat is niet erg, want in die thema’s schuilen zoveel verhalen. De meeste lezers denken dat je als schrijver inspiratie vindt in dingen die buiten je liggen: reizen, ontmoetingen. Maar als je een boek wil schrijven, kijk dan vooral eerst in jezelf. Daar ligt je verhaal.’

3. Research
‘Voor elke schrijver is de wijze van research anders. Ik hou zelf erg van suspense en spanning, van onverwachte twists in verhalen. Daarom denk ik mijn plots van tevoren uit. Als je de lezer wilt verrassen, zul je als schrijver moeten plannen. Ja, juist als je onverwachte wendingen wilt creëren, de lezer op het verkeerde been wilt zetten, moet je het verloop van een verhaal vooraf uitdenken. Dat vergt heel wat gepuzzel, het moet allemaal kloppen. Ik kies de setting van mijn boek zorgvuldig uit. Ik geloof in de roman als gesloten systeem waar geen toeval bestaat, waar alles in elkaar grijpt. Mijn huidige hoofdpersonage reist naar een eiland op een vissersboot. Ik vind het fascinerend om dan te reizen op de manier waarop mijn personage ook reist, om het zelf te ervaren, als ware door haar ogen te kijken. Voor mij helpt het om me in te leven, en eigenlijk stiekem een klein beetje method acting toe te passen.’

4. Taal
‘Mijn Amerikaanse agent vroeg me waarom ik niet in het Engels schrijf? Mijn Engels is goed, maar ik denk niet dan je zomaar in een vreemde taal kunt schrijven, tenzij je een native speaker bent. De kwaliteit van een boek schuilt in zulke subtiele dingen; daarvoor moet je een taal door en door kennen. Daarom is het vertalen van een boek zo aartsmoeilijk. De kracht van een verhaal zit niet in: is deze zin goed opgebouwd? Iedereen kan zeggen: “I want a glass of milk,” maar het zit hem in de nuances, in de haarvaten van een taal. Misschien als ik een tijdje in het buitenland woon en leef, dat de woorden dan ook in het Engels zouden stromen, wie weet?’

5. Writer's block
‘Er zijn dagen dat je er helemaal geen zin in hebt. Dan helpt het om gewoon achter die laptop te gaan zitten en jezelf te verbieden er weg te gaan. Als ik vastzit qua inspiratie helpt het om de woorden te laten komen, alle woorden, ook al gaat het heel ergens anders over. Schrijf, schrijf, schrijf. Stel: je wilt de perfecte scène omschrijven over een ontmoeting tussen een man en een vrouw, maar je komt vast te zitten? Beschrijf dan iets anders, waar je maar zin in hebt. Uiteindelijk kom je altijd daar uit waar je uit moet komen, maar je moet er wél doorheen. Het helpt dan niet om heel diep na te denken hoe je die eerste perfecte zin op papier gaat krijgen. Al beschrijf je de straat, de stoeptegels voor mijn part. Begin gewoon en via de stoeptegels beland je bij dat terrasje waar die man en die vrouw zitten. Dat klinkt raar, maar probeer het eens uit. Gefrustreerd naar een wit scherm staren maakt het echt alleen maar erger.’

6. Connecties
‘Net zoals in elke wereld zijn connecties belangrijk, maar volgens mij gaat het er vooral om je goed te oriënteren. Denk van tevoren na over welke uitgever bij je past. Sommige uitgevers zijn meer gericht op poëtische verhalen, op thrillers, meer toegankelijke verhalen. Uitgevers hebben specialismen. Het is niet zo belangrijk of je veel vakmensen kent. Ik kende geen enkele uitgever [voor het debuut], maar ik ben wel met een bevriend schrijver koffie gaan drinken om het een en ander te vragen. Dat is niet zozeer netwerken; dat is je duidelijk oriënteren en het zet zoveel meer zoden aan de dijk.’

7. Manuscript
‘Begin met een brief aan de uitgever die kort en krachtig is, en dan vooral zónder spelfouten. Dat laatste komt heel vaak voor. Zorg dus dat je brief in orde is en stuur enkele hoofdstukken mee uit je boek die steengoed zijn en nieuwsgierig maken. Eigenlijk is dat genoeg. Dan val je al op tussen de enorme boekwerken en slordige brieven. Schrijf ook in je tekst wat je boek bijzonder maakt. Je moet een redacteur toch weten te overtuigen. Stop daar aandacht in en tijd, verwacht vooral niet dat je boek zo goed is dat het zichzelf wel verkoopt. En doe het niet te vroeg, stuur je manuscript niet te snel op. Durf te groeien. Vaak denken mensen dat, zodra ze beginnen met fictie schrijven, ze meteen hun “eigen” stijl te pakken hebben. Dat klopt natuurlijk niet. Fictie vraagt om een heel specifieke vorm van schrijven, daarin kun je enorm groeien. Je moet talent hebben, ja, maar schrijven is ook iets wat je kan leren – schrijven is liefde voor taal, creativiteit en inspiratie maar zeker ook ambacht.’


Sarah Meuleman publiceerde in 2015 haar debuut De zes levens van Sophie, dat enthousiast werd ontvangen en genomineerd werd voor de Bronzen Uil. In 2016 verscheen de nieuwe versie Wat ik je niet vertel en inmiddels werkt ze aan een vertaling, een mogelijke verfilming en is ze druk bezig aan haar derde boek.  

Na haar zinderende Vogue-columns over seks en liefde verschijnt v
anaf 13 november op Vogue.nl de tweewekelijkse serie 'Sarah Schrijft', over schrijven, schrijverschap en schrijverssores. Dit interview door Kaira van Wijk verscheen eerder op Vogue.nl.

Foto 
© Eric Lange

Auteurs
Auteur: Sarah Meuleman

Sarah Meuleman is auteur en journalist. Ze schrijft voor verschillende media en heeft een tweewekelijkse column die in zowel NRC als De Standaard verschijnt. Haar debuutroman De zes levens van Sophie werd genomineerd voor de Bronzen Uil en werd in Amerika uitgegeven. Daarnaast schreef ze de spannende romans De vondeling en Zie mij graag. Met deze laatste won ze de Boekenpanda 2023, een Vlaamse literatuurprijs. In 2024 worden er twee nieuwe boeken van Sarah Meuleman verwacht.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: