Zoeken
Pop en literatuur (94): Suzanne Vega en Carson McCullers
Iedere week bespreekt Cor de Jong de relatie tussen pop en literatuur. Deze week bekijkt hij het nummer 'Harper Lee' van Suzanne Vega en schrijfster Carson McCullers. Natuurlijk komt ook Lee zelf aan bod, en met haar een bonte stoet bekende auteurs. 

Pop en literatuur (94): Suzanne Vega en Carson McCullers

Gepubliceerd op 4 mei, 2020 om 00:00, aangepast op

 

Je zou denken dat het vandaag over Harper Lee zou gaan, die eerder in deze reeks al eens langskwam. Dit nummer is immers naar haar vernoemd. Maar nee, het gaat vandaag over Carson McCullers, bekend van het prachtige The Heart is a Lonely Hunter (1940). Dat boek – haar debuut – is een omschrijving van het leven in de Zuiden van de Verenigde Staten, net voor de Tweede Wereldoorlog (in het laatste hoofdstuk gaat het op de radio over Hitlers inval in Polen).

Dit nummer van Suzanne Vega is afkomstig van haar album Lover, beloved: Songs from an evening with Carson McCullers (2016). En op dat album kruipt Vega in de huid van McCullers, een van haar favoriete schrijfsters. Ze vertelt daarover in dit filmpje:

Vega neemt een ik-perspectief in en vertelt alsof ze McCullers in hoogsteigen persoon is. Het heeft wat weg van een toneelstuk. En inderdaad trad Vega een tijdje op in een soort musical over het leven van McCullers. Veel van de nummers op het album lijken dan ook meer over het turbulente leven van de schrijfster te gaan dan over haar werk. 

Al zijn die twee soms ook niet los van elkaar te zien, zoals het geval is met ‘Instant of the Hour After’, een nummer dat dezelfde titel draagt als een verhaal van McCullers en daar ook verschillende citaten aan ontleent. Het is een autobiografisch verhaal. Het kibbelende, dronken stel dat ondanks dat ze elkaar tot tot razernij brengen, toch niet uit elkaar kan gaan omdat ze niet mét maar ook niet zónder elkaar kunnen (‘How I love you/ How I loathe you’) is fictief, maar toch overduidelijk gemodelleerd naar McCullers en haar man, Reeves.  

In ‘Harper Lee’ gaat het over McCullers’ verhouding tot haar collega-schrijvers, ondermeer Harper Lee, met wie ze vaak vergeleken werd. Naast Harper Lee komt er een bonte stoet van auteurs voorbij.
 

Suzanne Vega – Harper Lee

 

Virginia Woolf

She leaves me cold

I recognize the genius

But I'm twice as bold

 

I have more to say

Than Hemingway

Lord knows, compared to Faulker

I say it in a better way

 

Graham Greene

He loves me

He loves my poetic

Sensibility

 

Katherine Anne Porter

Might be the best one now

But in about a year

I'm gonna show her how

 

Yes I will

 

Said to Reeves the other day

Proust really is the man

Who comforts me in a way

No other writer can

 

The timeless quality of the work

The length! Is very long

Believe me Marcel Proust goes on

And on and on and on. Seven volumes

 

Oh, Harper. Harper

Lee. Lee. Lee

She only wrote that one book

I've written more than three

 

Darling Tennessee Williams

It's anybody's guess

Why "Streetcar" made millions

And "Wedding" so much less

 

I will forever be pondering that one

 

Oh, Harper. Harper

Lee. Lee. Lee

Why do they always compare her to me

To me

 

Won't even talk about

Eudora Welty

As for F. Scott, my Sad Cafe

Is greater than his Gatsby

I'm just telling you

What someone told me they read

I never look at my reviews

They might give me the big head

Now Truman Capote was hypnotized

Mesmerized. Cause he realized

That I knew that he knew

That he had plagiarized

 

My cadences!

Imagine his surprise,

You'll see it in his eyes

When I win that Nobel Prize

 

Thank you. Thank you so very much

 

Harper. Harper

Lee. Lee. Lee

Why do they always compare her to me

To me

 

She always seems to be receiving

More than she deserves

Honey, she's poaching on

My literary preserves

 

Yes from Harper Lee

We have seen and we've heard and

I'd like to kill more than just

That mocking bird

 

You know, sometimes I really would

So you just wait until next year

 

 

Carson McCullers somt in dit nummer een reeks schrijvers op die ze bewondert of die haar beïnvloed hebben, maar tegelijkertijd stelt ze zichzelf boven hen. Zo is Proust te langdradig (met zijn zevendelige romancyclus À la recherche du temps perdu) en beschuldigt ze Truman Capote (overigens een goede vriend van haar) van plagiaat. En Tennessee Williams (ook al een goede vriend) verdiende miljoenen met zijn toneelstuk A Streetcar Named Desire (1947), terwijl de verkoop van McCullers The Member of the Wedding (1946) veel minder opbracht.

Zelfs F. Scott Fitzgerald moet het ontgelden. The Great Gatsby haalt het niet bij haar novelle The Ballad of the Sad Café, vindt McCullers (of eigenlijk natuurlijk Suzanne Vega). Het moge duidelijk zijn: deze Carson McCullers ontbreekt het niet aan zelfvertrouwen. In hoeverre dat strookt met de gevoelens van de echte Carson McCullers ten aan zien van haar collega-schrijvers laat ik maar in het midden, al schijnt het dat Suzanne Vega enkele quotes letterlijk uit haar geschriften en uit interviews heeft opgeduikeld.

De grootste steen des aanstoots is echter Harper Lee. Eerst wordt er al even op gewezen dat Lee bij haar leven maar één boek publiceerde (het veelgeprezen To Kill A Mockingbird uit 1960), terwijl zij er meer dan drie schreef. Maar daar blijft het niet bij. Waarom vergelijken mensen Harper Lee steeds met haar, vraagt ze zich af.

Die vraag is niet zo moeilijk te beantwoorden. Allebei zijn ze rebelse en vooruitstrevende vrouwen. Beiden schreven ze over het Zuiden en gaven daarbij ook een stem aan de zwarte bevolking. En beide schrijfsters vielen op door het perspectief van kinderen te gebruiken. Om maar eens wat te noemen…

Toch is het opvallend dat de roem van Harper Lee (op basis van dat ene boek) McCullers in de schaduw stelde. En wie het werk van McCullers leest, moet de ‘ik’ uit dit liedje – of het nu McCullers is of Suzanne Vega – eigenlijk best een beetje gelijk geven. Het is inderdaad groots. Ze hoort moeiteloos thuis tussen de schrijvers die in dit nummer worden opgesomd, maar toch wordt ze niet vaak tot dezelfde klasse gerekend. Ten onrechte, wat mij betreft.

De Nobelprijs die Suzanne Vega haar in het vooruitzicht stelt in dit nummer heeft ze in werkelijkheid nooit gekregen. Wel viel haar de eer te beurt dat Charles Bukowski een van zijn gedichten aan haar wijdde. Het is een schrale troost misschien, maar toch:


Carson McCullers

she died of alcoholism
wrapped in a blanket
on a deck chair
on an ocean
steamer.

all her books of
terrified loneliness

all her books about
the cruelty
of loveless love

were all that was left
of her

as the strolling vacationer
discovered her body

notified the captain

and she was quickly dispatched
to somewhere else
on the ship

as everything
continued just
as
she had written it

Auteurs
Auteur: Cor de Jong

Cor de Jong (1978) is schr?ver, leraar Nederlands en studiebegeleider b? de jeugdopleiding van Sparta Rotterdam. H? publiceerde al meerdere korte verhalen. De aanname is z?n debuutroman.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: