Zoeken
Ik heb geleefd #45: Doodzieke Eric (71) heeft al meer dan 24 000 uur in zijn unieke levenswerk zitten
Annemarie Haverkamp praat met mensen over hun leven en het einde dat nadert. Toen Eric te horen kreeg dat hij dood zou gaan werd het zijn levensmissie om zijn project af te maken: Een VOC-model dat nog nooit gebouwd is. Verder blijft hij nuchter onder het naderende einde. ‘We worden allemaal geboren om dood te gaan.’

Ik heb geleefd #45: Doodzieke Eric (71) heeft al meer dan 24 000 uur in zijn unieke levenswerk zitten

Gepubliceerd op 25 november, 2019 om 00:00

‘Dat kan niet, ik moet mijn schip afmaken.’ Het waren de eerste woorden van architect Eric van der Stoep (71) nadat de arts hem had verteld dat hij dood zou gaan. Slokdarmkanker met uitzaaiingen. Nog maar een paar maanden te gaan.

 

Handgemaakte replica

‘Mijn schip’ is een replica van een Nederlands VOC-schip uit 1665 dat om onbekende redenen nooit is gebouwd. Ingewikkeld verhaal: de Hollandse tweedekker heeft alleen bestaan als model, en dat model ging tijdens een bombardement in de Tweede Wereldoorlog in vlammen op. Er is alleen nog een boekje van. Het werkje bevat een paar foto’s en is in handen van Van der Stoep. Omdat hij wilde weten hoe zo’n schip precies in elkaar zat, begon hij het tien jaar geleden op schaal na te bouwen.

Nu staat het indrukwekkende bouwwerk van drie meter lang in zijn woonkamer in de buurt van Oirschot. De hoogste van de drie masten raakt bijna het plafond. In zijn stofjas loopt Eric van der Stoep eromheen. ‘Ik ben timmerman, zeilenmaker, smid en touwslager tegelijkertijd,’ vertelt hij. Elk touwtje, blokje, plankje, katrolletje, anker, lantaarntje, kanon, reddingssloepje, boegbeeld en fornuis heeft hij zelf gemaakt. Door het eikenhouten geraamte wijst hij naar binnen. Daar is de hut van de kapitein. Er staan een miniatuurhemelbed en een hoge kast. ‘Het beslag aan de binnenkant van de deur heb ik ook zelf gemaakt. Ik weet dat geen hond het ziet, maar ik wil gewoon dat alles klopt.’

Op de vide boven zijn woonkamer staat een rij met twaalf boeken. Daarin zitten alle tekeningen en foto’s van zijn project. Plus details over de scheepsbouw in de tijd van Michiel de Ruyter.

 

Chemo

De architect had geluk. De voorgestelde chemokuren sloegen goed aan en inmiddels is hij bijna tien maanden verder. Het lijkt erop dat hij zijn levenswerk kan volbrengen. ‘Volgens mijn planning zou het schip eind december af moeten zijn. Maar dat haal ik niet, het wordt eind januari denk ik.’

Zijn ziekte vertraagt de boel. Hij moet nou eenmaal af en toe naar het ziekenhuis. De lange Van der Stoep is brozer geworden, vatbaar voor kwaaltjes. Lopen gaat ook moeilijker. In zijn vingertoppen heeft hij nauwelijks nog gevoel. Met het gepriegel aan de boot is dat soms onhandig. ‘Al wen je er ook aan.’

 

Overuren

Het brein draait overuren. Bouwtekeningen van zijn schip waren er niet, hij moest het doen met de schamele zwart-witfoto’s. Honderden naslagwerken heeft hij inmiddels verzameld, en elk boek helpt hem weer een stapje verder. Nu denkt hij na over de zeilen. Hij zou ze eenvoudig kunnen maken van katoen. Ware het niet dat ze in de zeventiende eeuw nog geen katoen gebruikten. Hennep van een specifieke fijnheid heeft hij nodig. Hij hoopt dat het textielmuseum in Tilburg hem kan helpen.

Het was zijn opa die hem liet kennismaken met modelbouw. Hij gaf de Rotterdamse Eric wat hout en een tekening. De hamers waar zijn opa mee werkte, gebruikt Van der Stoep nog elke dag.

 

Rationeel

We worden allemaal geboren om dood te gaan

De architect is een rationeel mens. Ja, hij gaat dood. Maar de journaliste tegenover hem gaat ook dood. ‘Het enige verschil is dat jij nog kans hebt om heel oud te worden en ik niet meer. Verder weten we niets.’ Misschien leef je ernaartoe, denkt hij. Als je eenmaal de zestig gepasseerd bent, beginnen de mensen om je heen om te vallen. ‘Het is onvermijdelijk. We worden allemaal geboren om dood te gaan. En dat is maar goed ook, anders zou het hier wel heel druk worden.’ Hij lacht. Nu is het zijn beurt. De boot moet af, dat is zijn enige grote wens. Verder leuke dingen doen met zijn vrouw Lenie. ’s Avonds trekken ze graag een mooie fles open uit zijn zelf gegraven (en gevulde) wijnkelder.

 

Nalatenschap

Van der Stoep is ‘knetteratheïstisch’. Hou op over het hiernamaals. Hoe moet hij dat voor zich zien? Een tentenkamp met honderden miljarden mensen? En gaan de dieren daar ook heen? Hij trekt zijn borstelige wenkbrauwen op.

Zijn schip komt straks in museum Batavialand in Lelystad te staan. Het doet hem goed. ‘De gebouwen die ik als architect heb gemaakt waren mooi - en sommige bijzonder - maar dit model is uniek. Dat bestaat nergens ter wereld. Dat had ik niet door toen ik eraan begon, maar begreep ik pas gaandeweg.’

Zo’n 24 000 uur stopte hij er tot nu toe in. Nog veel langer zal zijn nalatenschap in het museum blijven staan.

 

***

Wil jij ook jouw verhaal vertellen? Mail naar annemarie@persgroep.nl
Dit artikel verscheen eerder in het 
AD
Annemarie Haverkamp won met haar roman 
De achtste dag de Bronzen Uil 2019, de Vlaamse literatuurprijs voor het beste Nederlandstalige debuut van het afgelopen jaar.

Auteurs
Auteur: Annemarie Haverkamp

Annemarie Haverkamp (1975) is schrijver en journalist voor diverse kranten en tijdschriften. Met haar debuutroman De achtste dag won ze zowel De Bronzen Uil 2019 als de Anton Wachterprijs 2020. Ze is hoofdredactrice van universiteitsblad Vox en columniste bij De Gelderlander.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: