Zoeken
Pop en literatuur (73): PJ Harvey en Flannery O’Connor (deel 1)
Iedere week bespreekt Cor de Jong de relatie tussen pop en literatuur. Deze week deel 73 met PJ Harvey en Flannery O’Connor. 

Pop en literatuur (73): PJ Harvey en Flannery O’Connor (deel 1)

Gepubliceerd op 24 september, 2019 om 00:00

 

 

Zowel PJ Harvey als Flannery O’Connor kwam al eens voorbij in deze reeks, maar nog niet samen. Dit nummer, ‘The River’ van het album Is This Desire? uit 1998, is gebaseerd op het gelijknamige verhaal van O’Connor uit haar bundel A Good Man Is Hard to Find. Moet je echt lezen trouwens, die bundel. Maar dat terzijde.

Het verhaal gaat over een jongetje dat wordt opgehaald bij zijn ouders door een oppas. Zijn moeder ligt ziek op bed, al lijkt die ziekte niet meer te behelzen dan een stevige kater. De oppas neemt het jongetje mee, eerst naar haar huis, maar later op de dag ook naar een bijeenkomst bij de rivier. Een bekende prediker, Reverend Bevel Summers, zal daar spreken: hij zingt psalmen, doopt mensen, verkondigt Gods Woord en geneest mensen. Het jongetje is geïntrigeerd door de naam Bevel en beweert direct dat hij ook zo heet.

Ze gaan naar de rivier. De evangelist spreekt de mensenmassa toe en de oppas, Mrs. Connin, vraagt zijn aandacht voor het jongetje en diens zieke moeder. Het jongetje (dat door de verteller ook Bevel wordt genoemd) wordt gedoopt en Mrs Connin begint daarna nogmaals over zijn zieke moeder, maar als de prediker vraagt wat haar mankeert en het jongetje antwoordt dat ze een kater heeft, leidt dat tot hoongelach van een van de toeschouwers, namelijk Mr. Paradise, die elke dag naar de doopbijeenkomst komt om aan iedereen te laten zien dat hij niet genezen is van het gezwel aan zijn oor.

Als Mrs. Connin het jochie terugbrengt naar zijn ouders, komt ze erachter dat zijn ware naam niet Bevel is, maar Harry. Zijn moeder is bovendien zeer ontstemd dat ze hem ongevraagd heeft laten dopen. Ze wil van hem weten wat de prediker tegen hem gezegd heeft.

‘He said I’m not the same now,’ he muttered. ‘I count.’

De volgende dag besluit het jongetje terug te gaan naar de rivier. Hij staat op als iedereen in huis nog slaapt en legt dezelfde weg af als de dag ervoor.

He intended not to fool with preachers any more but to baptize himself and to keep on going this time until he found the Kingdom of Christ in the river. He didn’t mean to waste any more time. He put his head under the water at once and pushed forward.

Hij gaat door tot de rivier hem uiteindelijk meevoert. Mr. Paradise, de man die de vorige dag moest lachen, heeft het zien gebeuren en springt hem nog achterna, maar het is tevergeefs: ‘Finally, far downstream, the old man rose like some water monster and stood empty-handed, staring with his dull eyes as far down the river line as he could see.’

 

PJ Harvey – The River

 

 

And they came to the river

And they came from the road

And he wanted the sun

Just to call his own

And they walked on the dirt

And they walked from the road

Till they came to the river

Till they came up close

Throw your pain in the river

Leave your pain in the river

To be washed away slow

And we walked without words

And we walked with our lives

Two silent birds circled by

 

Like our pain in the river

And the pain in the river

And the white sun scattered

Washed away this slow

 

And we followed the river

And we followed the road

And we walked through this land

And we called it a home

But he wanted the sun

And I wanted it all

And the white light scatters

And the sun sets low

 

Like our pain in the river

Like the white light scattered

To be washed away slow

 

Flannery O’Connor – The River

 

 

His mind was dreamy and serene as they walked along and when they turned off the highway onto a long red clay road winding between banks of honeysuckle, he began to make wild leaps and pull forward on her hand as if he wanted to dash off and snatch the sun which was rolling away ahead of them now.

    They walked on the dirt road for a while and then they crossed a field stippled with purple weeds and entered the shadows of a wood where the ground was covered with thick pine needles.

[…]

 

‘If you ain’t come for Jesus, you ain’t come for me. If you just come to see can you leave your pain in the river, you ain’t come for Jesus. You can’t lay your pain in the river,’ he said. ‘I never told nobody that.’

[…]

 

‘It’s a River full of pain itself, pain itself, moving toward the Kingdom of Christ, to be washed away, slow, you people, slow as this here old red water river round my feet.’

[…]

 

‘If it’s the River of Life you want to lay your pain in, then come up,’ the preacher said, ‘and lay your sorrow here. But don’t be thinking this is the last of it because this old red river don’t end here. This old red suffering stream goes on, you people, slow to the Kingdom of Christ. […]’

[…]

 

While he preached, Bevel’s eyes followed drowsily the slow circles of two silent birds revolving high in the air.

[…]

 

Then he turned his face to the people and began to preach and Bevel looked over his shoulder at the pieces of the white sun scattered in the river.

[…]

 

 

PJ Harvey neemt diverse citaten over uit het verhaal. Haar tekst schetst de doopplechtigheid bij de rivier, zoals die in het verhaal wordt beschreven: de mensen die bijeenkomen en de woorden van de prediker. De persoon die in haar tekst aan het woord is spreekt aanvankelijk over de mensenmenigte in de derde persoon. Maar die derde persoon (‘they’ en ‘he’) maakt plaats voor ‘we’ en ‘I’. Dat is een opmerkelijke verandering. Gaat het ‘slechts’ om een verandering van perspectief? Of is er sprake van een metamorfose, van een nieuw bewustzijn? Is de ‘ik’ deelgenoot geworden van iets, zoals het jongetje in het verhaal dat te horen krijgt dat hij meetelt en dat later ook herhaalt ( ‘I count’)?

Het lijkt erop dat Harveys beschrijving van de gebeurtenissen heel wat minder cynisch is dan die van O’Connor. Het verhaal van O’Connor lijkt in eerste instantie immers behoorlijk zwartgallig. De prediker is – ondanks zijn reputatie – niet in staat genezing te brengen. Het jongetje wordt gedoopt, maar dat leidt niet tot een wezenlijke verandering. Sterker nog: door zijn mededeling dat zijn moeder een kater heeft wordt de plechtigheid een schertsvertoning en de prediker wordt uitgelachen door Mr. Paradise. Het ventje besluit de doopplechtigheid hoogstpersoonlijk over te doen. Ironisch genoeg heeft hij zichzelf aan het begin van het verhaal overigens al figuurlijk gedoopt door zich ‘Bevel’ te noemen, terwijl hij eigenlijk ‘Harry’ heet. Bij die tweede doop verdrinkt hij. Een opeenstapeling van mislukkingen. Tragikomisch, zou je kunnen zeggen, al is het meer tragisch dan komisch.

Maar het verhaal is subtiel en speelt met (schijn)tegenstellingen. Enerzijds is er de tegenstelling tussen het losbandige leven van de ouders van Harry en de godvrezende oppas, Mrs. Connin. Maar de voornaamste tegenstelling komt naar voren in de betekenis van de rivier. In zijn prediking maakt Reverend Bevel Summers onderscheid tussen fysieke en spirituele pijn en genezing. Dat leidt ertoe dat hij zichzelf ook tegenspreekt door eerst te beweren ‘you can’t lay your pain in the river’ en dat zelfs te onderstrepen met ‘I never told nobody that’ om enkele zinnen later te beweren ‘If it’s the River of Life you want to lay your pain in, then come up’. Dit soort schijnbare tegenspraken (of beter: zichzelf tegensprekende personages) kom je vaker tegen in verhalen van Flannery O’Connor. Zie bijvoorbeeld het vorige deel van deze reeks.

De tegenstelling tussen fysiek en spiritueel is zo problematisch omdat spirituele en fysieke genezing bij de prediker nu eens wel en dan weer niet hand in hand gaan. Hij staat erom bekend dat hij mensen heeft genezen, maar Mr. Paradise blijft intussen zitten met dat gezwel aan zijn oor en komt keer op keer de draak met hem steken. Bovendien loopt de tegenstelling fysiek-spiritueel parallel met de tegenstelling letterlijk-figuurlijk. Dat lijkt ook de oorzaak ervan dat het jongetje een dag later terugkeert naar de rivier. Hij wil door het water meegevoerd worden om het Koninkrijk te bereiken. Hij neemt de figuurlijke, spiritueel bedoelde, woorden van de prediker letterlijk.

Of niet? Daar zit hem de kneep. Het einde van het verhaal is ambigu en de letterlijke en figuurlijke rivier vloeien wellicht meer door elkaar dan de prediker heeft willen doen voorkomen. Wie het verhaal leest als een zwartkomische vertelling over een jongetje dat een figuurlijke bedoelde boodschap letterlijk neemt en daardoor jammerlijk om het leven komt, heeft niet per se ongelijk, maar mist wel een essentieel punt.

Het jongetje doopt zichzelf, maar is in eerste instantie teleurgesteld omdat de rivier hem afwijst:

In a second he began to gasp and sputter and his head reappeared on the surface; he started under again and the same thing happened. The river wouldn’t have him. He tried again and came up, choking. This was the way it had been when the preacher held him under – he had to fight with something that pushed him back in the face. He stopped and thought suddenly: it’s another joke, it’s just another joke!

Pas als Mr. Paradise te water springt om hem te redden, wordt hij plotseling meegevoerd door de rivier. Dat wordt niet beschreven als een tragisch ongeluk, maar als een bevrijding: ‘For an instant he was overcome with surprise: then since he was moving quickly and knew that he was getting somewhere, all his fury and fear left him.’

Auteurs
Auteur: Cor de Jong

Cor de Jong (1978) is schr?ver, leraar Nederlands en studiebegeleider b? de jeugdopleiding van Sparta Rotterdam. H? publiceerde al meerdere korte verhalen. De aanname is z?n debuutroman.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: