Zoeken
Amphitrite
Na vijftien afleveringen over zijn leven in Japan – een blogserie met de klinkende naam Tokyo Expatwife – schreef Mick Johan tegen wil en dank dat ene blog, de plottwist, over waarom hij halsoverkop met zijn gezin terug naar Nederland moest verhuizen. Zijn vrouw werd ziek. Nu gaat Mick proberen Amsterdam opnieuw te ontdekken, zijn draai weer te vinden, aan de hand van de kunst die hij tegenkomt. Hij is geen kunstcriticus, maar wél een schrijver, dus verwacht een mengelmoes van persoonlijke observaties, associaties en interviewfragmenten.

Amphitrite

Gepubliceerd op 18 januari, 2019 om 00:00, aangepast op 22 januari, 2019 om 00:00

Op het KNSM-eiland staat ‘Amphitrite’, een ambitieuze beeldengroep met fonteinen zoals je die weinig ziet in Amsterdam, maar eerder zou verwachten in Rome. Een klassieke schoonheid, geen moeilijke abstracties of dubbele gelaagdheid. Gewoon een ouderwetse voorstelling uit de Griekse mythologie, ambachtelijk geboetseerd en in brons gegoten. Als het leven ingewikkeld is, kan je beter zelf niet ook moeilijk gaan doen.

Mijn fiets valt om door de wind als ik voor het beeld sta. Ik bedenk me dat ik het werk enkel in de zomer heb gezien. Nu rukt de harde wind bruut de compositie van de waterstralen aan gort, alsof je een dvd doorspoelt en iemand een digitale bijl door het beeld lijkt te rammen, de vierkante pixels als bloedspetters over het scherm verspreid. Het water ligt aan alle kanten buiten het bassin van Amphitrite. Er is allemaal troep in gewaaid. De kou in de lucht vreet de kleur uit mijn ogen. De omliggende hoge bomen lijken hun kale takken in de lucht te steken om het gebrek aan bladeren te benadrukken. Ik had gehoopt een beetje troost te vinden in de schoonheid van Amphitrite, maar de realiteit heeft schijt aan mijn fragiele persoontje.
 

'De harde wind rukt bruut de compositie van de waterstralen aan gort, zoals wanneer je een dvd doorspoelt en iemand een digitale bijl door het beeld lijkt te rammen'


De maker is Albert Termote (1887-1978), een klassieke beeldhouwer die als vluchteling tijdens de Eerste Wereldoorlog naar Nederland kwam. Zijn werk is verspreid over het hele land nog te bewonderen, en bevindt zich onder andere in de collecties van het Rijksmuseum, het Kröller-Müllermuseum en in museum Beelden aan Zee. Zijn oeuvre is van een haast onmenselijke grootte.

Termote werkte door tot hij vijfentachtig was. Daarna werd het hem fysiek te zwaar en de dokter adviseerde hem ermee op te houden. Met een hamer sloeg hij alles waar hij nog aan werkte in zijn atelier aan diggelen. Een paar jaar later stierf hij. Het  einde van Termote is tragisch, maar van een filmische schoonheid. Een perfecte slotscène. Ik knijp in mijn oude handjes als ik tot mijn vijfentachtigste kan blijven werken, en zo woedend kan worden omdat ik stoppen moet.  

'Met een hamer sloeg hij alles waar hij nog aan werkte op zijn atelier aan diggelen'

Niemand wordt gespaard. ‘C’est la vie,’ zei mijn vader altijd. Ik vond dat altijd een kitscherig motto, wat ik niet goed kon rijmen met de taaie Indische soldaat die hij was. Als kind had ik een zeer beperkte perceptie van de Franse taal. Ik verstond het nog niet, en Frans was de taal van de liefde en van BZN - twee zaken waar ik niet veel mee op had, en mijn pa (volgens mijn jongere zelf) evenmin. ‘Zo is het leven’ vond ik meer iets voor een tevreden, dikke man met een glas wijn om te zeggen. Inmiddels begrijp ik mijn vader beter, en koester ik de gelatenheid jegens het leven die hij me, samen met mijn moeder, heeft meegegeven.

C’est la vie. Ik dacht aan die woorden toen mijn moeder me laatst vertelde dat ze na het eten het gebruikte bestek in het vleesbeleg-bakje had gevonden in de koelkast. Een beeld dat me hard trof. Hij gaat achteruit. Dementie is een gemene en langzame vechter wiens klappen alle betrokkenen doen wankelen.

Het water spuit onberoerd vrolijk uit gaten op plaatsen die een gevoel voor humor bij de maker verraadden. Uit de hoorn van Triton de zeemeerman, zoon van Amphitrite, die haar aankomst zo lijkt aan te kondigen. Uit de neusgaten van de hippocampus, een half-paard-half-vis-beest waar Amphitrite op rijdt. En uit de ogen van de dolfijn.
Laatstgenoemde is in de mythologie degene die Amphitrite terughaalde in opdracht van Poseidon: de god van de zee. Hij wilde haar graag trouwen maar ze weigerde en verdween. Als ze eenmaal terug in zijn armen is beloont Poseidon de dolfijn door hem te veranderen in een sterrenbeeld. Over het geluk van Amphitrite wordt niet gerept.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het is een schitterend beeld. Het steigerende, briesende zeepaard, Amphitrite met theatraal geheven armen op zijn rug, de hand van Triton aan de hoorn waarvan één vinger loskomt door de inspanning; het is allemaal virtuoos geboetseerd.  

Termotes Amphitrite krijgt niet de ruimte die ze verdient. Dit is een beeld dat midden op een plein op een verhoging moet staan, zodat je ernaar moet opkijken en de brede rand van het bassin als bankje kan gebruiken. Op warme zomerdagen zouden kindjes in het water moeten spelen, vergezeld door de onophoudelijke waarschuwingen van hun vaders en moeders. Studenten zouden op de verhoging sigaretten gevuld met het leed van de wereld moeten roken terwijl twee oude mannetjes verlekkerd opkijken van hun schaakbord als er een skater in zijn blote bast langsrijdt.

Het beeld verdient het om bij stil te kunnen staan (of zitten), maar er ontbreekt een bankje. Het meest pijnlijke is nog dat Amphitrite uitkijkt op haar perfecte standplaats: het Azartplein aan de overkant. Op Google Maps wordt de gapende leegte op het pleintje goed zichtbaar. De tram had eerbiedig een rondje om het beeld kunnen rijden, vanaf de pont had Amphitrite je wuivend vanaf haar hippocampus kunnen verwelkomen, als een plek waar prille liefde elkaar ontmoet, die als achtergrond van romans over jonge hoofdstedelijke verliefdheid kan dienen. Niks van dit alles. De godin van de zee is gedoemd om vanaf een veredelde vluchtheuvel te staren naar de akelige leegte van de standplaats van haar dromen.

 

'De godin van de zee is gedoemd om vanaf een veredelde vluchtheuvel te staren naar de akelige leegte van de standplaats van haar dromen'

 

Auteurs
Auteur: Mick Johan

Mick Johan (1980) is schrijver, kunstenaar en drummer in de band MICH, van wie in 2017 het gelijknamige debuutalbum verscheen. Hij was de helft van kunstenaarsduo Miktor & Molf en de eerste hoofdredacteur van Vice in Nederland. Hij groeide op in Duitsland als zoon van een militair. Totemdier Arafat is zijn debuutroman.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: