Zoeken
Zingen en slakken
Onze buurman Jaap staat in het achtergrondkoor van de band die Steely Dan covert. Hij draagt een leren jasje en een bruin overhemd. Mijn man heeft alle lp’s van Steely Dan. Als tiener luisterde hij er veel naar. We zijn in De Wolkenfabriek, een café-restaurant in de oude suikerfabriek aan de rand van de stad. De band begint en al bij de eerste tonen knikt mijn man enthousiast. Hij vindt de gitarist in elk geval goed. De drie blazers mogen ook op zijn goedkeuring rekenen. Hij is sceptisch over de zangeres, want bij de echte band zong een man, maar wanneer zij haar mond opendoet, lacht mijn man verrast. De toetseniste en de drummer voldoen ook aan zijn eisen en het achtergrondkoor met onze buurman maakt het af. Ik herken de grootste hits, die pik ik er direct uit, de rest vind ik ook lekker klinken.

Zingen en slakken

Gepubliceerd op 16 februari, 2018 om 00:00, aangepast op

De groente uit onze biologische zelfoogsttuin spoel ik altijd een paar keer. Dat is nodig vanwege de aarde en de beestjes. Meestal zet ik de boel in een afwasteiltje onder water en laat ik het een poosje staan. Laatst was ik boodschappen gaan doen, toen ik terugkwam zat mijn aanrecht vol slakkensporen en vond ik zelfs slakken onder de keukenkastjes en achterop het koffiezetapparaat.

Ik vertel het voorval aan mijn buurman. Jaap zingt niet alleen in de Steely Dan band, hij is ook bioloog, gespecialiseerd in slakken, levende en versteende exemplaren. Hij heeft in de jaren zeventig als student in het Biologisch Centrum rondgelopen. Erg akelig moet hij dat niet hebben gevonden, want nu woont hij in hetzelfde gebouw, samen met zijn vrouw Greetje. Het eerste wat hij vraagt, is wat ik met die slakken heb gedaan. Ik beken dat ik discrimineer. De huisjesslakken gooide ik vanuit mijn raam tussen de bosjes, de naaktslakken heb ik samen met het groenteafval weg gekieperd.

‘Ah, dan worden ze geplet of vermalen!’

‘Nou,’ sputter ik tegen, ‘ik heb ontdekt dat ze nu aan de binnenkant van de vuilnisbakdeksel wonen. Met al dat groenteafval in de buurt hebben ze het nog best aardig voor elkaar.’

‘Hun dood wordt uitgesteld. Ze gaan er natuurlijk een keer aan.’

‘Ja,’ geef ik toe. ‘Ze hebben pech dat ze geen huisje hebben.’

Enige tijd geleden heeft Jaap meegevaren op een schip dat vanuit het Caribisch gebied tot aan de Kaapverdische eilanden voer. Onderweg kwam hij langs boeien waaraan sedimentvangers vastzaten. Zo kon Jaap onderzoeken welke slakjes er in de oppervlaktewateren leven. Ook trof hij er woestijnzand in aan dat vanuit de Sahara tot ver over de oceaan was gewaaid, zelfs tot Barbados aan toe. De afgelopen zomer hakte hij samen met zijn dochter – die archeologe is – fossielen los in Estland. Hij doet onderzoek naar brakke slakjes in de haven van Harlingen en bestudeert slakken op Terschelling. In de Ommelanden controleert hij een natuurgebied en ook daar speurt hij naar slakken. Hij kan prachtig vertellen over deze ongewervelde dieren.

Tijdens het koken zet ik Steely Dan op. Ik dompel de spitskool onder water, pel de buitenste schillen los. De slakken die ik vind, zowel naakt als met een huisje, zet ik op een los blad. De paar die naar de bodem van de afwasteil zijn gezonken, vis ik omhoog en zet ik ook op het koolblad. Dan loop ik naar buiten en leg het blad met de slakken tussen de struiken.

Schrijfster Sabine van den Berg leeft met haar gezin in de grootste kunstenaarsgemeenschap van Noord-Nederland: De Biotoop te Haren. In het voormalige Biologisch Centrum van de RUG wonen en werken meer dan 300 mensen.

Bij Lebowski verscheen van Sabine de trilogie Zien Horen Zwijgen, nu genomineerd voor het Beste Groninger Boek 2018.

Auteurs
Auteur: Sabine van den Berg

Sabine van den Berg (1969) is als docent Proza verbonden aan de Schrijversvakschool te Groningen. Ze publiceerde eerder de romans De naam van mijn vader, De lachende derde, Wissel en Dingen die niet mogen.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: