Zoeken
Gevangenis
Eén van de plaatsen die het meeste indruk op mij maakte toen wij anderhalf jaar geleden voor het eerst het terrein verkenden, was het langgerekte gebouwtje tussen Vleugel E en het Noorderveld. Mijn zoon probeerde of de deur open kon, en ja. We zagen een naargeestige gang met groen uitgeslagen muren, het rook er naar vocht en verrotting, er groeide klimop langs het plafond.

Gevangenis

Gepubliceerd op 25 april, 2017 om 00:00, aangepast op

Het opvallendst waren de zeven gevangenisdeuren, compleet met luikjes op ooghoogte en grendels, ook daar gluurden we naar binnen. Mijn oudste zoon keek gefascineerd rond. ‘Cool,’ zei hij. ‘Escape from Alcatraz.’

‘Mam, er woont nu een aardige vrouw in dat enge gebouwtje, ze heeft me geholpen.’ Mijn oudste zoon is bezig met zijn profielwerkstuk voor school, hij maakt een verrijdbare hut.
De vrouw die mijn zoon in een middagje heeft leren glassnijden, wil ik wel eens leren kennen. 
Het eerste wat nu opvalt, is de geur. Het gebouwtje is bewoond en dat ruik je. Mareen loopt op haar sokken voor me uit over de lichtgrijze vloer, langs een witte galerieachtige wand, we passeren de gevangenisdeuren. We komen door een schattig keukentje met een mooie hardstenen spoelbak. Haar woonkamer heeft ze aan een van de cellen gebouwd. De muren bedekte ze met leem en stro. In de ruimte staat een palletkachel.
‘Ik wilde in een yurt wonen,’ vertelt Mareen, ‘zo milieuvriendelijk mogelijk.’ Ze verlangde naar een plek in de natuur. 
In het gebouwtje zouden eerst schapen komen die konden grazen op het Noorderveld, maar Mareen wilde het bewoonbaar maken en dat was nog beter. 
Ik vraag wat ze in de cellen bewaart. Ze laat het me zien. In eentje heeft ze een composttoilet gemaakt, daarvoor gebruikt ze zaagsel, afkomstig van een timmerbedrijf uit De Biotoop. De wc ziet er keurig uit en ruikt net als de rest van het gebouwtje naar groene zeep. In een volgende cel komt een douche. In de cel daarna ligt een complete houten vloer die ze kreeg van buren uit een villa verderop. Van anderen kreeg ze ramen, oude bouwmaterialen, resten verf, een douchebak en glasplaten.
‘Ik krijg zoveel hulp van vrienden en ook van mensen uit Haren. Er zijn zelfs vrouwen van 65+ komen poetsen, ik geef ze yogales.’ 
‘En voelt dit voor jou hetzelfde als een yurt?’ vraag ik.
‘Ja, toch wel,’ antwoordt ze, ‘ik hoor de hele dag vogels, binnen en buiten lopen in elkaar over. En de vrijheid!’ Ze spreidt haar armen.
Als ik terugloop naar mijn eigen woonruimte, bedenk ik dat het toch bijzonder is dat Mareen vrijheid heeft gekregen door in een gevangenis te gaan wonen.

Schrijfster Sabine van den Berg leeft met haar gezin in de grootste kunstenaarsgemeenschap van Noord-Nederland: De Biotoop in Haren. In het voormalige Biologisch Centrum van de RUG wonen en werken meer dan 300 mensen. Ze schrijft en tekent over haar leven op haar blog.

Auteurs
Auteur: Sabine van den Berg

Sabine van den Berg (1969) is als docent Proza verbonden aan de Schrijversvakschool te Groningen. Ze publiceerde eerder de romans De naam van mijn vader, De lachende derde, Wissel en Dingen die niet mogen.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: